In de afgelopen jaren was wereldwijd sprake van stijgende rentepercentages zowel voor het aantrekken van geldleningen als voor het uitzetten van geldleningen. In het afgelopen jaar lijkt de kapitaalmarkt zich te stabiliseren alhoewel het vanwege alle maatschappelijke ontwikkelingen nog altijd een wankel evenwicht is. Voor 2025 verwacht de gemeente geen enorme afwijkingen in de ontwikkeling van de rentepercentages en vooralsnog houden we voor deze kaderbrief dan ook rekening met gelijkblijvende rentepercentages.
Op het moment dat aanvullende financieringsmiddelen nodig zijn, maakt de gemeente op basis van de dan geldende rentetarieven en renteverwachtingen een keuze voor kortlopende (looptijd korter dan een jaar) of langlopende leningen. Hierbij houdt de gemeente rekening met de geldende wettelijke voorschriften (kasgeldlimiet en renterisiconorm) en de uitgangspunten van het vastgestelde Treasurystatuut. Bij de huidige rentestanden is het voordelig om kort te financieren: kortlopende leningen kunnen tegen een lager rentepercentage worden aangetrokken dan langlopende leningen. Voor kortlopende leningen hanteert de gemeente in 2025 voorlopig een rentepercentage van 1,5%. Voor de nieuwe langlopende leningen hanteert de gemeente in 2025 voorlopig een rentepercentage van 3,2%. (de stand van een 20-jarige geldlening zonder renteherziening bij BNG). Bij de begroting stelt de gemeente de definitieve rentepercentages voor 2025 vast per peildatum 1 augustus 2024.
